Toen ik eind jaren tachtig van de vorige eeuw bij de Belastingdienst werkte waren er medewerkers die niets anders deden dan advertenties en artikelen uit kranten knippen waarvan men dacht dat dit relevant zou zijn voor de belastingheffing. Deze info werd op een formulier geplakt (een zogenaamd renseignement) en vervolgens doorgestuurd naar een bevoegd belastingkantoor. Het verzamelen van gegevens verloopt anno 2014 heel wat moderner. We weten dat de fiscus gebruikt maakt van Internet. Ook social media worden ingezet. Opmerkelijk is dat de laatste tijd met name LinkedIn grote populariteit onder belastingdiensten geniet.
De Engelse fiscus gebruikte LinkedIn profielen van Google medewerkers in het Verenigd Koninkrijk om aan te tonen dat er meer activiteiten door Google medewerkers worden verricht dan Google zelf aangeeft. De reden voor de Engelse fiscus om tegen Google te keer te gaan is helder: Google genereerde 11,5 miljard pond omzet in het VK (2006-2011) en betaalde “slechts” 10m Pond vennootschapsbelasting. Google gebruikt een fiscaal legitieme constructie door de Engelse verkopen via een Ierse principaal te laten lopen. Dit betekent dat de bulk van de Engelse verkoopwinst in Ierland wordt belast tegen een laag vennootschapsbelasting tarief van 12.5% in plaats van de 25% die in Engeland wordt geheven. Deze constructie werkt alleen als de verkopen ook echt via Ierland plaatsvinden. De Engelse fiscus bekeek 150 LinkedIn profielen van Engelse Google medewerkers en zag dat deze medewerkers verkoop deals afsloten en actief betrokken waren bij verkoop onderhandelingen. Dat is nu precies niet de bedoeling als je claimt dat de verkopen via Ierland plaatsvinden. Bovendien had Google op hun Corporate website vacatures geplaatst voor hun kantoor in London waar verkoopmedewerkers werden gezocht. Waarom verkoopmedewerkers werven voor London als alle verkopen plaatsvinden via Ierland?
Onlangs heeft een belastingrechter in India uitspraak gedaan over de vraag of de Indiase fiscus LinkedIn profielen als aanvullend bewijs mag gebruiken in een fiscale procedure. General Electric had een zogenaamde Liaison Office (LO) in India. Een LO is in feite een kantoor dat alleen maar representatieve functies mag verrichten en niet actief betrokken mag zijn bij de verkoop. De Indiase fiscus had indicaties dat medewerkers van het LO wel degelijk actief betrokken waren bij de verkoop van GE producten in India. De fiscus vroeg eerst meer informatie van GE met name over een aantal expats die in het LO in India werkten. GE werkte in de ogen van de Indiase fiscus niet goed mee en toen besloot men zelf aan de slag te gaan. LinkedIn profielen van expats werden bekeken en vervolgens als aanvullend bewijs overlegd in een fiscale procedure tegen GE in India. De rechter stond dit toe.
Wat moeten bedrijven hier tegen doen? Kunnen bedrijven hier wat tegen doen? GE voerde aan in de procedure in India dat een LinkedIn profiel eigenlijk alleen maar een eigen visie van een werknemer is op zijn/haar werkzaamheden en zeker niet goedgekeurd is door de werkgever. Vaak zijn LinkedIn profielen gemaakt met een wat te rooskleurige instelling. Laten we eerlijk zijn, vele werknemers hopen door middel van mooie LinkedIn profielen de aandacht van headhunters te trekken. Juridisch zal het een hele klus zijn om werknemers te dwingen hun LinkedIn profiel ter goedkeuring aan hun werkgever voor te leggen. Waarschijnlijk is dit onmogelijk. Bedrijven zouden er echter verstandig aan doen om wel over social media gedrag te communiceren met hun werknemers. Het zomaar “oppimpen” van een LinkedIn profiel zou negatieve consequenties kunnen hebben voor een bedrijf. Een afdeling Human Resources (HR) zou steekproef gewijs LinkedIn profielen van medewerkers kunnen bekijken en vergelijken met de functie omschrijving. Mochten er grote verschillen geconstateerd worden dan kan men hierover van gedachten wisselen met de betreffende medewerker. Bewustzijn creĆ«ren is belangrijk in dit geval. Het kan ook geen kwaad om fiscale specialisten eens naar de website van een bedrijf te laten kijken. PR specialisten of HR medewerkers hebben vele kwaliteiten maar zijn geen fiscaal ingestelde professionals. De fiscus staat het vrij om overal gegevens vandaan te halen om te checken of een belastingplichtige wel de juiste hoeveelheid belastingen betaald. Het valt ze dus niet kwalijk te nemen dat een zakelijk medium zoals LinkedIn ook wordt bekeken en wordt gebruikt. Ten slotte, als een bedrijf beweert dat iets niet gebeurd in een land moet dit ook echt niet het geval zijn. Fiscale structuren werken prima, maar alleen als de theorie overeenkomt met de praktijk.